Het was nat zonder dat het geregend had. Mistslierten hingen druilerig tussen de lichtmasten, die met het bleekoranje schijnsel van de lampen het terrein voor de veerboot nog naargeestiger maakten. Ondanks het wat sinistere geluid van rammelende kettingen van wellicht een kraan en het klagende geluid van een misthoorn was er stilte. Een tiental wagens stonden in de rij voor haar glinsterend van het vocht te wachten op de overtocht. Verderop gingen er al auto’s aan boord. Op haar mobieltje liet de tijd haar digitaal zien dat het 14:41 was. Het duurde dus ongeveer een zeventig minuten tot aan het moment dat de ferry uit Kristiansand vertrok voor haar reis, met als bestemming de Eemshaven in de provincie Groningen. Maar dat zij hier, in het uiterste zuiden van Noorwegen, voor een ferryboot zou staan, dat had ze gistermiddag niet kunnen bedenken.
Aan het einde van de ochtend was het telefoontje uit het Noorse Drammen bij hen op kantoor binnengekomen. Willem, één van hun chauffeurs, had een bericht ontvangen dat zijn vrouw bij een verkeersongeluk gewond was geraakt en in zorgelijke toestand naar een ziekenhuis overgebracht. Er was op de zaak geen punt van discussie geweest, er werd voor hem gelijk een vlucht naar Amsterdam geboekt. Een issue was wel hoe de wagen terug naar Nederland kwam, omdat al hun chauffeurs en route waren. Twee reden er in Schotland, eentje in Frankrijk, een vierde in Italië en de laatste zat helemaal in Finland. Waarvandaan de zesde, Willem, op de terugreis was geweest met de tussenstop in Drammen om daar nog een lading op te halen. Er was slechts één optie geweest voor Peter, de eigenaar van Koeverink transporten, namelijk om zijn dochter Marlyne erheen te sturen. Zij had een tweetal jaren internationaal gereden, totdat hun planner met zwangerschapsverlof was gegaan en erna voor gekozen had om voorlopig thuis te zijn voor de kleine. En omdat het op korte termijn niet gelukt was om iemand anders te vinden, had zij de planning op zich genomen. Een taak waaraan ze adequaat invulling had gegeven en ook plezier aan beleefde vanwege de contacten met de diverse klanten en met de chauffeurs. Al miste ze de vrijheid van het truckersbestaan. Waar ze plots dus terug in keerde, zij het dat ze er liever op een andere manier weer in terecht was gekomen. De planning werd door haar vader overgenomen, terwijl zij laat die middag nog via Schiphol met een toestel van Norwegian naar de internationale luchthaven van Oslo vloog, die 50 kilometer ten noorden ervan lag, bij het plaatsje Gardemoen.
Een taxi had haar naar het diezelfde middag nog in Nederland geboekte hotel in het centrum gereden, waar ze om half acht was aangekomen. Nadat ze haar bagage op haar kamer gedropt had, was ze de binnenstad ingegaan voor een snelle hap. En erna was ze terecht gekomen in een met doeken overdekt straatfestival dat, zo begreep ze tenminste, gehouden werd ter gelegenheid van de heropening van een theater. Ze had verwonderd en vaak genietend naar de verschillende optredens gekeken, die zo divers waren geweest. Van de vrolijke clown met z’n harmonica tot aan de act van de steltloopster met een trapje erbij. Van de artiesten in een robotachtig neergezet spel tot aan de menselijke piramide. Totdat ze bij een mimespeler was aangekomen, die in een zwarte broek, zwarte pandjesjas en witgemaakte gezicht, waarin zwart gestifte accenten een spel had neergezet. Dat vrolijk en blij was begonnen, waarin de passie voor zijn geliefde de toeschouwers en ook haar hadden aangegrepen. Gaandeweg was duidelijk geworden dat hun liefde onhoudbaar zou zijn, een afscheid zat eraan te komen. En net toen de tegen zijn borst gedrukte rode roos knakte, brak er ook iets bij haar. Ze had de tranen over haar gezicht voelen lopen en op dat moment trof zijn blik die van haar. Zijn ogen leken nog triester te worden toen hij haar verdriet zag. Bruusk had ze zich omgedraaid en ze was tussen het publiek door weggevlucht. Weg van het afscheid dat de mimespeler zo raak had neergezet en weg van het afscheid dat haar twee maanden terug was overkomen. Toen haar geliefde Anna haar had verlaten. Omdat die tijd nodig had om te onderzoeken of hun verlangens, ambities en doelen wel dezelfde waren om samen door te kunnen gaan. Voor haarzelf was het duidelijk dat zij ernaar verlangde om bij elkaar te zijn en eigenlijk niet begreep waarom Anna dat anders voelde.
Gisteravond had ze zich in haar hotelkamer in bed in slaap gehuild. Vanmorgen vroeg had ze haar verdriet onder de douche van zich afgespoeld en erna was haar aandacht uitgegaan naar het vinden van hun truck en oplegger. Ze was met de bus naar Drammen gegaan en vanaf het busstation met een taxi naar het groothandelscentrum gereden, waar ze had gezien dat hun blauwe truck en trailer met de witte opdruk Koeverink transporten op het terrein apart was gezet. De gekste ervaring was dat de receptioniste gelijk wist wie ze was, omdat ze haar aan haar stem had herkend! Dat was maf geweest.
De chef van de expeditie had de papieren en de sleutels van de auto en de vrachtbrieven van Willem in bewaring gekregen en omdat de wagen al beladen was, kon ze gelijk weg. En tijdens de rit van Drammen naar Kristansand had ze, toen nog onder een bleek zonnetje, van het Noorse landschap genoten en was al het andere weggestopt.
Pas voor de ferry kwam alles weer terug. Het moment dat de mimespeler afscheid nam van zijn geliefde en zij daardoor teruggeworpen werd naar het moment dat Anna haar verliet en erna het verdriet en de wanhoop er was en het zich alleen voelen en zijn. En ook de tranen gisteravond. Tranen die ze alweer achter haar ogen voelde branden. Verdomme nog an toe. Het kwam vast omdat ze op dit moment niets anders te doen had dan wachten totdat ze aan boord kon gaan van het schip, hoe wrang ook, de naam Romantika voerde.
Die gedachten verdwenen toen in de rij voor haar motoren werden gestart. Pas toen het licht boven hun baan op groen sprong, bracht zij leven in haar wagen. Ze schakelde de versnelling naar de twee en terwijl ze het linkerpedaal liet opkomen, trapte ze het rechter rustig in en zo trok de krachtbron van de Mercedesmotor zwaar grommend de drieënveertig ton van de truck en oplegger op, waarin de Finse lading van hoogwaardige verpakkingsfolies bestemd voor de landbouw en de industrie lag. Ze stuurde de combinatie moeiteloos het onderdek van de ferry in en stopte vlak achter haar voorligger. Ze griste haar tas en schoudertas van de slaapplaats en stapte lenig uit de cabine, de blik van de verbaasde man die net uit de personenauto naast haar was gestapt negerend. Ze was die blikken, evenals opmerkingen of gebaren al zo gewoon dat ze zich er zelden nog druk om maakte.
Bij de receptie liet ze haar boardingpass zien, waarop zij de sleutelkaart van haar hut ontving. Een hut op dek 8, met zeezicht. Dat laatste natuurlijk pas als ze op zee waren, glimlachte ze bij de gedachte dat ze tot aan het vertrek uitzicht op de kade zou hebben.
Nog bij de receptie ontving ze een berichtje op haar telefoon. De operatie van Willems vrouw is geslaagd, maar het revalidatie traject zal een lange worden. Paps. Ze stuurde terug dat ze daar blij om was, waarna ze haar hut opzocht, die oké was: een eenpersoonsbed, kleerhangers, een spiegel, een LCD-TV met Nederlandse zenders, een tafeltje en wat een voorwaarde voor haar was geweest, een eigen badkamer met toilet en douche. Waarvan ze van beide gelijk gebruik maakte. Nog onder de warme waterstralen trilde de boot en er kwam beweging in, waarmee die zich dus losmaakte van de kade en het vasteland van Noorwegen achter zich ging laten.
Ze vouwde haar werkkleding op en legde die op de werkschoenen, waarna ze uit de weekendtas de kleding van gisteren haalde, jeans, hemdje, bruinleren jasje. Omdat het nog te vroeg was om te eten, maakte ze een ronde over de boot. De nevel was opgetrokken en daarom ging ze het promenadedek op, waar ze naar de kustlijn bleef kijken totdat ze de kou in haar lijf voelde.
In de pub warme ze zich op met een Americano, om erna de Taks Free shop op te zoeken. Omdat ze iets voor haar vader en voor haar moeder wilde kopen en och, toch ook voor zichzelf. Een troostcadeautje. Het werd een fles brandy, St-Rémy VSOP 1 liter 40% voor paps, een Eau de Toilette Issey Miyake L’eau D’Issey voor mams en een Eau de Parfum Invictus Victory van Paco Rabanne voor zichzelf. Aan het flesje Gucci Bamboo Eau de Parfum, de geur van Anna, liep ze snel voorbij.
Terug in de hut gingen de aankopen in de weekendtas en ze pakte het boek ‘Onderhuids’ van Suzanne Gerding eruit, waarin ze bijna op de helft was. Ze nam een pauze voor een fastfood hap in het fastfood restaurant, omdat ze geen zin had om tussen stellen te zitten eten in één van de twee restaurants, het Grande Buffet of het Grill House restaurant. En een kop soep en twee goed belegd broodjes voldeden prima om haar trek te stillen. Waarna ze terug in de hut voldaan weer in het verhaal getrokken werd.
Om half tien besloot ze, de glaasjes water zat, om in de pub nog wat te gaan drinken. In de sfeervol ingerichte Sea Pub zaten mensen aan tafeltjes te lezen, te puzzelen of een spelletje te doen of natuurlijk gewoon met elkaar te kletsen. In een hoek stond een drumstel, in standaards een gitaar en basgitaar en een microfoon. De vermoedelijke bandleden zaten aan een tafeltje ernaast pauze te houden?
Zij koos voor een kruk aan de bar, waar aan het ene einde een man en twee vrouwen zaten. De vrouwen waren moeder en dochter? Als ze het zo van afstand kon inschatten, had de jongere in elk geval de gelaatstrekken van de oudere. De man, hoewel in een geanimeerd gesprek met die twee, leek haar niet bij hen te horen, wat ze baseerde op de totaal andere kledingstijl. De vrouwen in denim jeans en gekleurde truien en de man in zwarte jeans, een zwart overhemd, dat hij deels open geknoopt droeg, een zwart jasje en een witte sjaal die losjes over zijn schouders hing.
De bartendster schonk haar de gevraagde gin-tonic in. Ze liet de drank in het glas ronddraaien en haar gedachten gingen uit naar morgen. Rustig aan starten met een bak koffie en een broodje erbij, want de ferry meerde pas om half tien aan. Dan de rit naar Cuijk in het noordoosten van Brabant en vandaar leeg terug naar de thuisbasis in Bodegraven-Reeuwijk in het Groene Hart. Ze werd uit haar gepeins gehaald, toen naast haar een melodieuze stem zei: “Ik moet u mijn excuses aanbieden.”
Was dat voor haar bedoeld? Ze draaide zich om naar degene die naast haar stond. Het was de man die daarstraks bij de twee vrouwen had gestaan. Was hij soms op de versiertoer? Dan was hij bij haar dus sowieso aan het verkeerde adres.
“Omdat ik u verdriet heb gedaan.”
Huh?
Hij zweeg, vouwde zijn handen samen en bracht ze voor zijn borst. Zijn gezicht drukte ineens verdriet uit en als bij toverslag wist ze het. “U bent de mimespeler!”
De verdrietige uitdrukking gleed van zijn gezicht vandaan, om plaats te maken voor een lach. “Ja, dat klopt.”
“Dat u mij herkende?” klonk ze oprecht verbaasd. “Want u zult tijdens performances zovele mensen zien.”
“Dat is zo en toch duurde het, toen ik bij de dames stond te praten en naar u keek, slechts heel even voordat ik u thuis wist te brengen. Uw intrieste gezicht en vlucht gisteren, weg van het verdriet, troffen me.”
Heel even gleed er een schaduw over haar gezicht bij de herinnering. “Het was uw verdriet, zo invoelend door u neergezet in de mime, die mijn verdriet naar boven haalde.”
“Het spijt me dat mijn afscheid u terugbracht naar de uwe. Mag deze roos de pijn een beetje verzachten?” Hoe hij die zo snel vanonder zijn jasje tevoorschijn kon toveren? Ze nam de rode, zijden roos verbluft van hem aan. “Dank u.”
“Zonder indiscreet te willen zijn, ik hoop dat de kans bestaat dat degene die u verlaten heeft, terugkeert?”
Ze haalde haar schouders op. “Misschien. Ze zei dat ze tijd en ruimte nodig had en heeft om dat uit te zoeken.”
Hij schudde zijn hoofd in ongeloof. “Hoe dom is zij geweest om zo’n zinderende vriendin te verlaten.” En in nogmaals een hoofdschudden liet hij erop volgen: “En de tijd zal haar laten inzien dat ze dat was.”
“Dat is lief van u.” Wat kon deze man toch veel in zijn gezicht tot uitdrukking brengen. Eerst het ongeloof, gevolgd door het geloof dat ze terug zou keren? “Maar uw geliefde, die van u als de mimespeler dus, zij is weggegaan en …”
Hij viel haar in de rede. “Doordat u wegliep, heeft u het einde ervan gemist. Want het verhaal heeft een happy end. Dus wellicht kent ook jullie verhaal dat?” en hij spreidde zijn handen in een open gebaar van het ook niet weten, of van hoop. Dan wees hij naar haar glas. “Mag ik u nog wat te drinken aanbieden?”
“Ook dat is lief van u, maar nee, ik moet morgen een eind rijden. Ik ben trucker,” voegde ze ter verklaring eraan toe. “En daarom ga ik mijn hut maar eens opzoeken.”
“Dan, als u mij toestaat, help ik u die te vinden.”
Bij haar hut aangekomen, nam hij de sleutelkaart uit haar hand en opende de deur, liet haar passeren, waarna hij haar de kaart teruggaf en haar zacht op de hand kuste. “Triestheid mag zo nu en dan,” gaf hij haar ter afscheid aan, “maar zorg dat iedere dag met een glimlach eindigt, hoe klein ook.”
Ze lachte. “En dat is u gelukt. Dank daarvoor.”
Ze legde de roos voorzichtig boven op de weekendtas neer, waarna ze jasje, jeans en hemdje uittrok en in slechts een T-shirtje en stringetje kroop ze onder het dekbed. Terwijl ze haar gedachten liet gaan naar de ontmoeting met de mimespeler en daarna naar Anna en het missen van haar, was haar hand haar stringetje ingegaan en beroerden haar vingers haar clitoris. Zoals Anna dat kon doen, om daarna haar tong plagend erlangs te laten gaan, totdat zij haar vriendin smeekte om haar te laten komen. En ze kwam. Waarna ze op het kalme deinen van de boot in slaap viel.
Na een korte douche begon ze de ochtend, met haar werkkleding, jeans, hemd en de schoenen met de stalen neuzen al aan, in de Coffee & Co op dek 6. Waar ze genoot van koffie, twee goed belegde broodjes, de herinnering aan gisteravond en van nog het uitzicht op zee. Dat ze weldra achter zich liet. Nog anderhalf uur te gaan, dan zouden ze in de Eemshaven moeten zijn.
Terug in haar hut pakte ze haar tas in, wat zo gebeurd was. De roos als laatste, waarna ze de rits voorzichtig dichttrok. Ze leverde de sleutelkaart in en ging aan dek, waar aan stuurboord de Groningse kust al was verschenen en aan de andere kant die van Ostfriesland. Pas toen de Eemshaven in zicht kwam, ging ze naar het benedendek, waar ze bij haar truck als eerste controleerde of de verzegeling van de deuren van de trailer nog intact was. Wat het geval was. Om zich dan pas in de truck te installeren, de tas achter zich op het bed. Waarna het een wachten werd totdat ze gingen debarkeren.
Terwijl ze aan het schudden van de ferry kon merken dat die aanmeerde, voelde ze haar telefoon trillen. Ze opende het toestel en zag dat er een berichtje was binnengekomen. Dat was van Anna? Van Anna! Ik mis je. Haar lippen begonnen te trillen.
Bijna meteen volgde er een berichtje achteraan. Mag ik bij je terugkomen? Met een rood hartje erachter.
Haar vingers vlogen langs het kleine toetsenbord van Whatsapp. Jaaa, want owww, wat heb ik jou ook gemist. Ik bel je zo, want ik moet zo ontschepen.
Het antwoord bestond uit een glimlachende en daarachter een schaterende smiley.
Ze kon nauwelijks nog het geduld opbrengen tot de laadklep openging, tot die sufkutten voor haar hun auto’s in beweging hadden gezet en zij van boord kon en haar combinatie aan land parkeerde.
Zo gauw haar vriendin opnam met “Hai, Kuttemefrutje” barstte ze los: “Annaaa, mijn Spleetje, owhhh, wat heb ik je gemist. En gisteren nog heb ik zo moeten huilen.”
Het duurde ruim een half uur voordat ze aan de rit naar Cuijk begon.
Geweldig verhaal
LikeGeliked door 1 persoon
Dank je voor deze geweldige opsteker, Ruben.
LikeLike
Mooi emotioneel verhaal. Dank hiervoor
LikeLike
En jij dank je voor je alleraardigste reactie, Rene.
LikeLike