Ik sta voor het raam
in mijn kamer.
Achter me brandt het licht
van de lampen
en voor me is het donker
van de avondlucht.
In de weerspiegeling van het glas
zie ik wat er was, maar niet meer komt.
En voor me blijft het donker,
achter me is nog steeds het licht,
maar ik draai me niet om,
niet weer,
nooit meer.