In zijn klim naar boven, terug naar het pad waar de kampeerbus stond, bedacht hij dat die niet op die plek kon blijven staan. Hij had immers net aan de vrouw in het huisje toegezegd om weg te gaan, te vertrekken? Iets wat zij of een ander wellicht ging checken. En hij wilde niet dat Annette daardoor iets naars zou overkomen. Wat natuurlijk al gebeurd was. Want ze was meegenomen, ontvoerd en ze ging of werd misschien al gebruikt of klaargemaakt om… Verdomme, hij ging hier echt niet weg zonder haar!
Boven aangekomen draaide hij zich om en hij keek naar het door het groen van de bomen verscholen huis, waar hier vandaan alleen het dak te zien was. Er moest in die kom of tegen de beboste hellingen nog andere bebouwing zijn. Een grotere woning, met een schuur of stal wellicht, want als de vrouw niet gelogen had over priesteressen en al die andere shit, dan was die bedoening beneden daar veel te klein voor. En hij had Annette er niet aangetroffen. Dus, opnieuw naar beneden gaan en wachten tot catwoman vertrok en haar volgen? Of zou zij in het huisje zitten wachten op het starten van de motor van de bus en daarmee zijn vertrek?
Hij wist bij God niet wat hij moest doen. Wat was in hemelsnaam wijsheid?
Het antwoord kwam niet van boven, maar van een eind verderop. Of was het verbeelding dat hij op de tegenoverliggende helling tussen de bomen een vrouw zag staan? In een cape met de schedel van een beest in de handen? Hij knipperde met zijn ogen, de vrouw was verdwenen.
Was hij aan het hallucineren? Toch was hij er vrij zeker van dat hij gezien had wat hij dacht gezien te hebben. En dat kon alleen maar betekenen dat hij in de gaten werd gehouden, dat ze wilden weten of hij daadwerkelijk vertrok.
Hij sloot de achterklep van de kampeerbus, ging achter het stuur zitten en startte de motor. Omdat het pad hier te smal was om te keren, moest hij een flink stuk achteruit eer hij vooruit naar de verharde weg kon rijden. Die hij niet gelijk opreed, maar waar hij de bus stopte op de parkeerplek van zwarte steenslag.
Linksaf was waar Annette en hij gisteren vandaan waren gekomen en waar tot aan beneden toe geen mogelijk was de bus kwijt te raken langs de weg. En hij had zo het idee dat rechtsaf, naar de top die kans even klein zou zijn. Kon hij de gok nemen om dan maar de camper hier te laten staan? Had hij een andere keuze?
Even later had hij zich omgekleed. De bermuda en het lichte T-shirt waren vervangen door een zwarte spijkerbroek en een eveneens zwarte sweater. Met de steenslag van de parkeerplek had hij zijn handen vies gemaakt, om er vervolgens vegen mee over zijn gezicht te trekken. En in de hoop zo afdoende gecamoufleerd te zijn trok hij het bos in.
Het plan was om eerst zich evenwijdig aan het pad te wagen, maar dan een tiental meters er vandaan. En op het laatste stuk dieper het bos in te trekken om dan hopelijk een eind voorbij het huisje wellicht uit te komen op een bospad daar naartoe en dus ook daar vandaan naar wellicht een plek waar Annette gevangen werd gehouden.
Het idee was misschien oké, de uitvoering minder geslaagd. Soms stonden de bomen dicht op elkaar, vaak hingen takken zo laag dat hij er gebukt onderdoor moest gaan. Varens en ander groen vormden ook zo nu en dan een sta in de weg. Daarbij kwam nog dat het bos afdaalde en hij zelfs geregeld tegen een boom steun moest zoeken om niet de diepte in te glijden. En hoe verder hij het dal in kwam, des te donkerder het leek te worden.
In de korte rustmomenten die hij zich gunde, probeerde hij in te schatten of hij min of meer de richting uit ging die hij bedoeld had. En waarvan hij hoopte dat die aanknopingspunten opleverden die hem bij de plaats brachten waar Annette opgesloten zat of lag. Naakt? Zoals de andere vrouwen die hij gezien had? Catwoman. En de vrouw op de helling, van wie hij het idee had dat ook zij niets onder haar cape droeg. Was die laatste één van de priesteressen en was catwoman de hogepriesteres of hoe noemde ze die ook maar weer? O ja, grootmeesteres.
Vormden ze een sekte? Waren het heksen? Of ‘gewoon’ een stelletje perverselingen die zich op SM achtige wijze uitleefden op wie voorbijkwam in dit bosgebied. Want hoe anders kon je het noemen als ze hun vrouwelijke slachtoffers met lichaam en geest aan hen onderwierpen en de mannelijke, als die ervoor kozen om te blijven, zelfs martelden? Hoe dan ook, voor hem waren zij gewoon een stel gekken. En zijn vriendin moest hij zo snel mogelijk uit hun handen zien te krijgen.
Het kon niet anders of hij was bijna beneden en als het goed was moest links van hem ergens het huisje verscholen zijn. En verdomme een pad ernaartoe. Want het leek hem stug dat de vrouwen zich door het bos worstelden zoals hij dit stuk net had afgelegd.
Het was hier een stuk koeler als daarstraks op de parkeerplek. Wat ongetwijfeld kwam door de dichte nevel die hier hing en die hem belemmerde of er tussen de bomen door iets te zien was van of het huisje of van een pad. Het enige wat hij ineens in enkele neerhangende takken als vorm dacht te zien, was een vrouw in een lange jurk. Waanzin natuurlijk, tenzij er plots iets aan zijn geestesgesteldheid mankeerde.