Sandra en Pascalle bereiden hun vertrek voor. De koffers zijn ingepakt. In de reistas moeten nog een paar laatste dingen worden toegevoegd voor de vliegreis. En de auto van Janet wordt van de weg gehaald en in de schuur gezet.
De twee meiden krijgen hun laatste avondmaal en een paar flessen frisdrank en water en het tijdslot van de deur naar hun vrijheid wordt op 11.00 uur morgenochtend ingesteld.
Met een grijns op hun gezicht constateren de twee vrouwen dat het Charlotte gelukt is om de prop kwijt te raken en daarmee de inhoud van haar darmen. Zij zal daar blij om zijn geweest, iets waar Janet, met haar hoofd onder de zitting van de stoel, zeker niet vrolijk van zal zijn geworden.
Ze maken Charlotte los, boeien haar polsen voor haar lichaam bij elkaar en nemen haar mee naar de cel, waar ook zij te eten krijgt. Door de vrouwen voorgekauwd voedsel, uitgespuugd in een metalen voederbak voor een hond. En een tweeliter flacon met gewoon kraanwater.
“Morgen is het voorbij voor je,” laat Sandra haar weten.”
Verschrikt kijkt Charlotte op. “Gaan jullie me vermoorden?”
“Nee. We hebben hier ook de dochters van Pieter en Hendrik-Jan gevangen. Een tijdslot op hun deur laat hen morgen vrij. Mochten ze morgen jou zien, kunnen zij ook jou vrijlaten. De sleutel van de celdeur leggen we op de vloer aan de andere kant van de gang. En dan kan je ander werk gaan zoeken en misschien een nieuwe vriendenkring. Want herinner je je nog de leuke foto die we van je gemaakt hebben? Die is verspreid onder je collega’s en je vrienden op Facebook.”
Waarmee ze haar in wanhoop achterlaten.
Als laatste wordt Janet bevrijd onder de stoelzitting vandaan. Maar zonder dat ze haar schoonmaken krijgt ze een leren dwangbuis aan en een mondknevel in, waarna ze achterin de bus wordt gelegd.
*
Ook Lars had een foto gekregen, de verouderingsfoto die van de jonge Sander was gemaakt en die veranderd was naar hoe Sandra er uit zou kunnen zien. Hij was ermee langs Pieter Overland gegaan, die het bijna letterlijk zo had verwoord: “Het zou kunnen dat ze er nu zo uitziet.”
Het was dan ook die onzekerheid die zijn cheffin, commissaris Sabrina Hoogenboom, deed beslissen om aan de officier van justitie geen toestemming te vragen om er na het journaal een politiebericht aan te wijden.
Nu zit hij op zijn werkkamer in een bijna verlaten rechercheafdeling. Hij heeft alleen Jim onderuit gezakt in zijn stoel achter twee computers een hazenslaapje zien doen. De rest van het team was naar huis gegaan, maar oproepbaar, mocht daar aanleiding toe zijn.
Hij sluit zijn ogen. Hij is niet gelovig maar smeekt, welke hogere macht op dit moment dan ook actief is, dat Janet niet iets ernstigs is overkomen. Dat ze niet net als Birgit is vermoord en ergens is gedropt. Hij wil nog geen afscheid van haar nemen en al helemaal niet met zo’n bericht langs haar dochter Ilse moeten. Bij wie hij ´s middags langs was gegaan. Ze was al ongerust geweest dat ze een tijd niets van haar moeder had gekregen of gehoord, een appje of een telefoontje. Zijn bezoekje had haar onrust doen vervangen door angst.
*
Het is vroeg in de ochtend als Lars op de tweezitsbank wakker wordt. Stram staat hij op, haalt uit de automaat in de kantine een beker koffie en net terug op zijn kamer geeft zijn telefoon aan dat er een melding is binnengekomen. Janet! Want het is haar naam die als eerste onder de WhatsApp berichten staat. Alleen is het bericht niet van haar ziet hij, als zijn ogen over de tekst vliegen.
Kort na 11.00 uur zijn de drie vrouwen vrij. Behalve je liefje. Zij is onze garantie om weg te kunnen, aannemende dat je haar graag weer wilt zien. Later, op een prepaid telefoon hoor je waar je haar kunt vinden, als we tenminste veilig zijn kunnen vertrekken. En anders…, je weet hoe het met Birgit afgelopen is.
Zijn eerste reactie is die van de politieagent. Straks, als de vrouwen inderdaad vrij zijn, alles uit de kast halen om die twee op te sporen. Zonder risico’s voor Janet. Wat niet mogelijk is zolang ze niet weten waar ze is. Kut!
De eerste mensen komen binnen, Lotte, Lex. Hij geeft ze een seintje. “Iedereen van het team over drie kwartier bij mij op de kamer!”
Hij besluit open kaart te spelen naar de anderen en vertelt ze over zijn gevoelens voor haar en dat die wederzijds zijn, voordat hij met de tekst van het Whatsappje komt. Die zorgt gelijk voor bezorgde blikken, want ze begrijpen het dilemma maar al te goed.
“Oké,” sluit hij de bijeenkomst af. “We wachten af wat er om elf uur gebeurt en bepalen dan onze positie.”
*
Gespannen wachten Willemijn en Jennifer tot de radio met het nieuws van elf uur komt, het moment dat ze weten of de vrouwen de waarheid hebben gesproken of niet. Ze staan al bij de deur.
Jennifer, benauwd: “Dat we hem niet terug in het slot laten vallen hoor.”
Als Willemijn wil reageren, hoort ze een klik. Ze geeft een ruk aan de handgreep en de deur is open! Meteen stuiven ze de gang in, waar ze elkaar in de armen vallen en alle spanning er uit huilen. Dat overstemd wordt door geroep om hulp. In hun ogen is af te lezen een ‘Huh, waren we niet de enigen?’, waarop ze de gang door rennen op het geluid af. Om in de ook aan hen bekende cel Charlotte aan te treffen. Ze wijst waar de sleutel ligt en even later is haar celdeur open, zijn ze gedrieën de toegang naar de grote schuurruimte door, waar de auto van Janet staat. Jennifer rukt het portier aan de passagierskant open.
“Kut, geen sleutel in het contact.”
Ze checkt alle mogelijke plekken, maar zonder succes. Willemijn en Charlotte zijn al bij de schuifdeur, die door een balk op de grond dicht wordt gehouden. Wat een kwestie van opzij schuiven is en de schuurdeur kan open. Ze staan buiten, ze zijn vrij!
“En nu?” vraagt Willemijn.
“Bij de buren de politie bellen,” komt Jennifer met het simpele antwoord en naar Charlotte: “Wacht jij hier?”
Want waar de twee meiden nog enigszins gekleed zijn in joggingbroek en sweater staat zij er naakt en met de polsen geboeid voor haar lichaam erbij. Ze huivert, wil liever niet langer op deze plek blijven.
“Nee, ik ga mee.”
*
Als de centralist ontvoering hoort, vraagt ze naar de namen en weet daarmee gelijk om wie het gaan en ze schakelt Willemijn daarom niet door naar de politie, maar naar de regionale recherche en doorverbonden wordt met Lars. Die haar uitdrukkelijk verzoekt om geen contact met hun ouders op te nemen, dat doen zij. Hij wil eerst de meiden horen, voordat de vaders en moeders in de weg lopen.
Binnen het uur staan drie wagens op het erf voor de schuur. Lotte en Henk horen Willemijn en Charlotte, die door de kweker van de boeien is bevrijd en een jurk van zijn vrouw aan heeft gekregen. Lex, Jim en Lars lopen met Jennifer de schuur en de vertrekken aan weerszijden van de gang door. En het is niet alleen Jennifer die met afschuw de ruimtes in kijkt. De blik van herkenning bij de rechercheurs als ze de neukmachine op de tafel zien staan met de grote passpiegel ervoor.
“Hier gaat niemand naar binnen, alleen de mannen en vrouwen van Forensisch,” gromt Lars.
Die een half uur na de komst van het vijftal ook arriveren en het erf met nog eens vijf auto’s en een grote containerauto vullen en het terrein afzetten. Waarna zij bezit nemen van de schuur en van het woonhuis.
Het team en Jennifer gaan weer terug naar de buren en voegen zich bij het andere viertal. De meiden en Charlotte bekijken de ouder gemaakte foto van Sander naar Sandra en ja, ze zien wel trekken van haar daarin, maar ze is het niet. Ze proberen aan te geven wat er niet klopt en een beeld van de andere vrouw te geven, maar Lars beseft dat ze er weinig mee kunnen zo en dat er een politietekenaar moet komen, het is niet anders.
Dan, het is bijna twee uur, krijgt hij een Whatsappje binnen.
Je vindt haar bij Birgit thuis.