Sandra geeft, nadat Janet de telefoon met haar vingerafdruk heeft geopend, deze aan Pascalle. Die veel handiger is met allerlei apparaten. Ze checkt de traceerbaarheid, zet de locatiegegevens uit en wist het een en ander. Ze wijzigt de toegang door een vingerafdruk van Sandra.
“En als we dadelijk de simkaart eruit halen, is de telefoon en dus zij niet vindbaar.”
“Oké.”
Ze krijgt de telefoon weer terug en ze loopt de berichtjes op het mobieltje na.
“Je weet toch dat je geen relaties op de werkvloer mag aanknopen?” grinnikt ze naar Janet. “Is hij leuk, die Lars?”
De aangesprokene doet er het zwijgen toe.
“Hm, eens kijken of je dadelijk wat wil zeggen. We wisselen hen even van positie, Pascalle.”
Even duurt wat langer, voordat Charlotte met de riem om en in de boeien van Janet staat en Janet op de stoel vast zit, met de klemmen op tepels en schaamlippen.
“Als jij haar in de cel wilt zetten,” zegt Sandra tegen haar vriendin, “dan begin ik vast met ons agentje te horen.”
Terwijl de twee de ruimte verlaten, gaat Sandra naar het kastje toe.
“Ik zal je vast laten ervaren wat onze Charlotte daarstraks voelde.”
Gelijk vult de ruimte zich met het gegil van Janet. Ze had geen idee dat het zo heftig zou zijn.
“En nog maar op een kwart, hè?” grijnst haar folteraar. “En als je wilt meemaken hoe hogere levels voelen, moet je vooral geen antwoorden op mijn vragen geven.”
Het zweet parelt Janet al op haar huid. Ze hoeft en nee, wil geen hogere levels ervaren. Ze heeft geen zin om stoer te doen en te zijn.
Sandra komt voor haar staan, het kastje in de hand.
“De eerste vraag. Hoe kan het dat je ons gevonden hebt?”
Janet likt even langs haar droge lippen.
“Puur toeval. We hebben jullie auto op camera kunnen volgen tot op de N222. Omdat ik even de kop leeg wilde maken vanmorgen, ben ik wat gaan rondrijden, eerst over jullie route, de N211 en de N222 dus en daarna ging ik langzaamaan terug naar Den Haag. Totdat ik jullie zag bij de Lidl en dacht, twee vrouwen en een zwarte Toyota? Waar het nummer weliswaar niet van klopte, maar mijn interesse was gewekt.”
“Hm. Heb je met iemand daarover gebeld?”
“Nee.”
Sandra zoekt al op de telefoon naar de gespreksgeschiedenis, maar het korte antwoord van Janet klopt.
“Wat weten jullie over ons?”
“Niets nog. We tasten volledig in het duister.”
“Foto’s van ons?”
“Nee.”
Heel kort jaagt Sandra weer de stroom door Janets tepels en schaamlippen, met weer het gegil van haar als gevolg. Pascalle stapt net op dat moment binnen. Ze lacht.
“Maar jullie hebben de bus op camera, zei je. Dus ook van de inzittenden.”
“Ja, maar de zon weerkaatste zodanig in de ruiten dat jullie gezichten vage vlekken waren waar we niets mee konden.”
Eindelijk zijn de vragen voorbij en ze bromt: “Haal de klemmen maar los.” Het lijkt erop of ze teleurgesteld is dat ze het kastje niet nog één of meerdere keren kon gebruiken. De simkaart wordt uit de telefoon verwijderd.
*
Lars komt de afdeling op.
“Heeft iemand Janet al gezien of contact met haar gehad?”
Wat niet het geval blijkt te zijn. Met een bezorgd gezicht pakt hij zijn mobieltje en ondanks haar dwingende verzoek in het berichtje om niet te bellen, doet hij dat toch. De lijn is dood.
“Verdomme!”
Iedereen kijkt verschrikt op of om.
“Ik krijg geen contact, haar mobieltje staat uit. Helemaal, ook geen voicemail die ingesproken kan worden. Eerder deze ochtend, tegen de middag was het al, kreeg ik een berichtje van haar dat ze mogelijk iets op het spoor was, maar dat ik haar niet moest bellen.” Hij wendt zich tot Jim: “Is haar telefoon te traceren, denk je?”
“Als de simkaart er uit is, nee.”
“Weet iemand waar ze heen is gegaan of heen wilde gaan?”
Het is Lex die weet te vertellen dat ze haar gedachten wilde verzetten en daarom een rondje ging rijden.
“Verdomme!” klinkt het nogmaals, radeloos nu, uit Lars’ mond. “Er is haar iets overkomen.”
“Het enige wat we kunnen doen, is naar haar auto laten uitkijken,” geeft Henk aan.
*
De vrouwen lopen bij de twee jonge meiden binnen.
“Jullie krijgen straks nog wat te eten, iets eerder als anders, want wij vertrekken vanavond nog.”
“En wij?” is het Willemijn die angstig Sandra aankijkt.
“Jullie morgenochtend. De deur heeft een tijdslot, die ik, nadat jullie je eten hebben gehad, instel op elf uur morgenvroeg. En dan zijn jullie vrij.”
De vrouwen gaan het vertrek weer uit. Willemijn pakt Jennifer bij de handen beet.
“Zal het echt zo zijn als ze zegt?”
“Ja, ik geloof haar wel.” Ze haalt haar schouders even op. “En anders weten we morgen zeker of ze ja of nee gelogen heeft.”
De volgende bij wie de vrouwen naar binnen gaan, is Charlotte. Die kreunend op een brits zit.
“Ohhh, ik heb zo’n opgeblazen en pijnlijk gevoel omdat ik niet kan poepen. Het zit helemaal vast.”
“En dat terwijl je reet toch flink is opgerekt,” grinnikt Pascalle.
“Kan ik niet wat te eten krijgen dat de stoelgang stimuleert?”
“’Voor dat laatste hebben we wel wat anders voor je,” grijnst Sandra. “Schuifel maar achter ons aan.”
Charlotte volgt hen en ze merkt al gauw dat ze terugkeren naar de ruimte waar Janet zit. De ketting tussen de enkelboeien wordt losgemaakt. Ze wordt over een meubel heen gelegd dat schuin af loopt, met haar hoofd laag en haar kont omhoog. De enkelboeien worden vastgezet aan de poten van het meubelstuk.
Pascalle verlaat de ruimte. Een tijdje gebeurt er niets, totdat ze weer binnenkomt. Kort erna voelt Charlotte tot haar ongerustheid hoe een vette substantie rond en in haar anus wordt gespoten en nog iets later hoe lauwwarm water haar darmen in loopt. Ze wordt meer en meer gevuld, totdat ze begint te kermen: “Ohhh, ik kan niet meer hebben.”
“Je bent toch ook een pieper ook hoor, maar je zal nog even door moeten kermen, ik zie dat je nog een halve liter te gaan hebt,” grijnst Sandra, die voor haar komt staan. Charlotte ziet met groeiend onbehagen toe hoe haar kwelgeest een inlegkruisje oprolt, met de plastic inlegkant naar binnen en ze daar iets opschenkt uit een flaconnetje.
“Glycerine,” verklaart Sandra haar. “Dan gaat het makkelijker je reet in als je gevuld bent.”
“Dat kan toch niet,” kreet Charlotte.
“O ja, hoor. En ingebracht werkt het als een prop, want het zet binnen de kortste keren uit. Dan gebeuren er twee dingen. De glycerine die ik voorafgaand aan het water bij je ingebracht heb, geeft je samen met het water aandrang op te poepen. Maar door de prop lukt dat niet en daardoor krijg je enorme krampen. Het kruisje verpulvert, maar langzaam. Pas na ongeveer een uur zal je je darmen kunnen legen.”
Ze loopt bij haar weg en gaat naar Janet.
“En jij gaat straks over een uurtje of twee met ons mee, als een soort van garantie dat Pascalle en ik probleemloos het land kunnen verlaten.”
Samen met haar vriendin maken ze Janet los van de stoel. Maar in plaats van naar de cel gebracht te worden zoals ze eigenlijk verwachtte, wordt ze op de vloer vastgelegd, met haar hoofd onder de V-zitting van de stoel.
Charlotte, gevuld en voorzien van de ‘plug’, wordt losgemaakt van haar meubel en zij wordt op de stoel vastgemaakt.
“Nou dames, dan zien jullie ons weer over een anderhalf uur of zo en Janet,” grinnikt Sandra, “dan kan jij zo in de gaten houden hoe het met de stoelgang van Charlotte gaat.”