11. Overrompeld

Het had de nodige voeten in de aarde om een afspraak met CEO Nederland Pieter Overland af te dwingen, maar nu zitten Henk en Lotte tegenover hem voor zijn imposante bureau.
“Fijn dat u toch tijd voor ons vrij kon maken,” begint Henk, “want we willen het graag even met u hebben over de verdwijning van uw dochter, waar uw vrouw zich terecht grote zorgen over maakt, terwijl u er niet echt gebukt onder lijkt te gaan.”
“Nee, dat klopt. Ik ga ervan uit dat ze er om wat voor reden ook een paar dagen tussenuit is gegaan en ik verwacht dat zij zaterdag weer opduikt.”
Henk fronst zijn wenkbrauwen.
“Waar baseert u dat op?”
“Van een berichtje dat ik van haar gekregen heb.”
“Heeft u contact met haar gehad?”
“Ik heb een boodschap van haar gekregen.”
“Wanneer.”
“Dinsdag.”
“Daar heeft u niets over gezegd tegen de rechercheurs die woensdag bij u langs zijn geweest en ook uw vrouw heeft het niet genoemd.”
“Ik heb hen gezegd dat ik ervan uitging dat ze er een paar dagen tussenuit was.”
“Vreemd om dan niet te vermelden dat u een boodschap van haar had gekregen. Wij gaan er namelijk vanuit dat ze ontvoerd is. Wordt u afgeperst, om losgeld gevraagd?”
“Nee.”
Lotte bespeurt dat de man, heel kort maar, op zijn stoel heen en weer schuift en zijn handen met de ineen gestrengelde vingers die rustig op het bureau lagen, ook heel even verkrampen. Ze kijkt opzij en merkt dat Henk het ook gezien heeft.
“Wat kan dan de reden of het doel van die ontvoering zijn volgens u?”
“Ze is niet ontvoerd.” Zweetdruppeltjes verschijnen op zijn voorhoofd. “Zaterdag is ze weer terug.”
“De eerste vrouw die ze ontvoerd hebben, is niet teruggekeerd. Die hebben we dood bij de duinen gevonden. Vermoord.”
Lotte probeert alle signalen van de man op te vangen, te lezen. Wat op dit moment duidelijk te zien is. De kleur in zijn gezicht is grauw geworden en de zweetdruppeltjes zijn stroompjes geworden die van zijn voorhoofd af lopen. Met de palm van zijn hand veegt hij erover heen.
“Dus nogmaals, wat voor boodschap heeft u gekregen.”
Hij kijkt opzij, naar het scherm van de laptop.

*

“De laatste betalingen zijn net binnen,” constateert Pascalle tevreden, “en vinden al hun weg langs de diverse banken.” Ze sluit de tablet af en legt die weg.
“Mooi, dan ronden we het vanmiddag af en kunnen we vanavond vertrekken,” is de evenzo tevreden reactie van Sandra. Ze start de motor en rijdt de bus het parkeerterrein van de Lidl af.

*

Janet is het hoofdbureau min of meer uit gevlucht. Even weg van de papieren, de computers en het team. Even het hoofd leegmaken. En stiekem vullen met gedachten aan Lars? Ze moet glimlachen als ze bedenkt dat ze wel een bakvis lijkt, een verliefd pubermeisje. Want het punt van met hem het bed in willen duiken puur om gevuld te worden is ze voorbij. Ze hebben het er gisteravond over gehad, toen Ilse in bed lag. Dat als ze straks voor twee maanden bij haar vader in Italië zit, zij willen kijken of hun gevoelens voor elkaar tot meer kan leiden dan een gewone vriendschap.
Gedachten die ze lekker kan laten gaan door een beetje rond te toeren. Om toch een verhaal eventueel naar het team te hebben, besluit ze dat ze een stuk over de N211 en N222 rijdt, de route waar de camera’s de bestelbus nog hebben gezien. En dan kan ze door nog een stukje Westland terug naar Den Haag.

Net als ze de kleine parkeerplaats voor een Lidl passeert, ziet ze een zwarte bestelbus. Twee vrouwen laden net boodschappentassen achterin. Het zal toch niet zo zijn dat …, nee. Een eindje verderop stopt ze langs de weg en zet de alarmlichten aan. In de binnenspiegel houdt ze de afrit van het parkeerterrein in de gaten om te zien welke kant de bus op gaat. Haar kant.
Als de bus haar voorbij is, zet ze de knipperlichten uit en gaat ze achter de bus aan en ziet dat het kenteken niet klopt. Ze aarzelt wat te doen. De bestelwagen laten gaan of kijken waar die heengaat? Voorlopig rijdt ze er op afstand achteraan. Pas als de bestelbus op een driesprong afslaat en een nog smallere weg op gaat als waar ze op reden en er op dat punt ook geen bewegwijzering staat, houdt ze stil en kijkt de wagen na. Maar om die te laten lopen nu is ook zo wat. Misschien zijn ze het niet, maar als ze het wel zijn en zij de kans heeft te achterhalen waar ze zitten … Het laatste doet haar besluiten de zijweg op te rijden.

*

“Naar mijn idee worden we al een tijdje gevolgd,” kijkt Pascalle in de zijspiegel.
“Door die rode Peugeot, hè?”
“Ja. En wat nu?”
“Ik stop even en dan kijken we wat er gebeurt.”
Sandra stuurt de bus het laad- en losterrein van een kweker op en stopt. De Peugeot passeert en verdwijnt in de verte.
“Oké,” geeft Sandra haar vriendin te weten. “We rijden door naar huis, maar let goed op of je dat autootje ergens ziet staan.”
Wat niet het geval is, totdat ze bij hen voor de schuur staan en de boodschappen uit te bus halen.
“Niet omkijken, maar daar gaat ze weer, ze rijdt langzaam voorbij,” sist Pascalle. “Wat nu? Straks wemelt het hier van de politie.”
“Welnee,” draagt Sandra de boodschappen het schuurdeurtje door. “Ze heeft niets. Ja, een zwarte auto met een verkeerd kenteken, waarin twee vrouwen. Daar gaat een officier van justitie niet in mee om de politie een inval te laten doen. Kom, we gaan vanuit het woonhuis kijken of ze nog terug komt.”
Lang hoeven ze niet te wachten als ze de bestuurster aan zien komen lopen, even lijkt te aarzelen en dan doorloopt.
“Kom, snel naar boven om te zien wat ze doet.”
Ze zijn nog maar net boven, als ze de vrouw over de smalle groenstrook langs de achterkant van de kassen van de buurman zien lopen.
“Die springt straks over de sloot. En dan moeten we geen geluiden van Charlotte of van de meiden hebben die ons verraden. We moeten haar pakken,” wordt de conclusie van Sandra.

*

Janet staat aan de achterkant van de schuur. Moet, zal ze Lars bellen wat ze aan het doen is en waar ze is? Op de driesprong heeft ze in elk geval een straatnaam zien staan. Ze pakt haar telefoon, maar hoever dringt een stem door? Ze besluit hem een berichtje te sturen.
Heel misschien ben ik iets op het spoor, Lars. Ik laat je weten als het concreter wordt. Maar bel niet! X
Over de laatste toevoeging aarzelde ze, maar slechts kort.
Ik weet niet wat je uitspookt, maar doe in hemelsnaam voorzichtig Janet. xx
Met een glimlach bergt ze de telefoon op.
De deur achterin zit op slot. Een raampje is zo smerig dat ze niet kan zien wat er zich achter bevindt. Ze kijkt voorzichtig om de hoek. Er is niemand te zien, het erf is leeg, op de dwars geparkeerde Toyota na. De breedte van de schuur verhindert het zicht vanuit het huis erop. Dus als de vrouwen daar zijn, kan zij zich vrij bewegen langs de schuurmuur. Ze wil in elk geval weten of de groene staldeur toegang biedt. Om dan … naar binnen te gaan? Ze ziet de krantenkoppen al voor zich: Inspecteur van politie betrapt bij inbraak.
Nog voordat ze bij de schuurdeur is, gaat die open en één van de vrouwen komt naar buiten.
“O, sorry,” begint Janet verontschuldigend.
De vrouw schudt haar hoofd.
“Niks sorry, je kruipt op handen en voeten de schuur in. En als je hand ook maar in de buurt van je wapen komt, besef dan dat de pijl sneller bij je is dan dat jij je wapen hebt getrokken,” en ze knikt voorbij Janet. Als ze zich omdraait, staat een eindje van haar vandaan de andere vrouw, met een kruisboog. Razendsnel overweegt ze de mogelijkheden, maar beseft dat de beide vrouwen te ver van haar vandaan staan om te pogen één van hen te overweldigen en ook dat de snelheid van het trekken van haar wapen het af zal leggen tegen de pijl. Ze zakt door de knieën en kruipt in de richting van de deur.

*

Pieter Overland kijkt van het scherm van de laptop terug naar de beide rechercheurs aan de andere kant van zijn bureau.
“Ik kan u die niet geven,” zegt hij zachtjes. “Want ik wil mijn dochter terug.”
Het is Lotte die reageert.
“Dat begrijpen we en wij willen daar alles aan doen om haar bij u terug te krijgen en we nemen daarbij nooit onverantwoorde risico’s. Dus vertel ons alstublieft wat u weet, meneer Overland. De vrouwen die haar ontvoerd hebben, zijn tot alles in staat.”
“Dat weet ik,” is er even zijn diepe zucht, voordat hij in een snikken uitbarst.

Gepubliceerd door

hansbakkerschrijft.com

Ik schrijf vanuit de behoefte om zo nu en dan mijn fantasieën in verhalen om te zetten. Verhalen die erotisch, erotisch getint dan wel bizarre vertellingen zijn. Weet daarbij in elk geval dat ik ernaar streef om in mijn schrijfsels niet te kwetsen en de dingen niet ordinair te verwoorden. Wat voor mij voorop staat is de wens jou leesplezier of –genot te bezorgen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s