Nooit vermist, 2

Mijn hoofd bonkte, mijn lichaam schudde en wie gooide verdomme steeds water over me heen? Ik …, een lap, ether. Mijn ogen schoten open, ik wilde overeind komen, wat niet kon! Ik tilde mijn hoofd op en gilde.
Ik was naakt, lag met touwen vastgebonden op een plank, die met een redelijke vaart door het water van de rivier ging. Achter die waar ik op lag, zag ik een andere plank met daarop een eveneens gillende Margreet, ook gebonden.
We waren door die bende vrouwen overvallen!
Ik rukte aan de touwen. Vergeefs. Ik probeerde achter me te kijken, maar kon mijn hoofd niet ver genoeg achterover buigen. Wel drong nog meer gegil tot me door en ik meende daarin het geluid van Lisanne te herkennen.
En het gebrul van een motor. Werden we voortgetrokken door een boot?
Wat ging er met ons gebeuren!

De bomen aan één kant verdwenen, het geluid van de motor stopte en de planken botsten tegen elkaar aan. Even gebeurde er niets en toen zag ik voor het eerst twee van die vrouwen. In het zwart gekleed en met de door Jacky genoemde leren maskers die alleen hun ogen en mond vrij lieten.
“Wat gaan jullie met ons doen, wat willen jullie van ons!”
Geen van tweeën reageerde. De ene sneed met een dolkmes het verbindingstouw met de andere plank door, waarna ze die van mij de oever optrokken. Rechts van me zag ik Jacky en daarnaast Lisanne liggen met bij hen andere in het zwart geklede vrouwen. En links van me werd Margreet op het droge getrokken.
Er waren zeker twaalf vrouwen! Die zich allen niets aantrokken van onze angstige vragen, kreten en gegil.
Ik zag hoe ze de touwen van de plank waar Lisanne op lag, doorsneden. Hoe ze een brede leren riem om haar middel kreeg, waaraan leren banden zaten waar haar polsen in vastgezet werden. Hoe ze een knevel in de mond kreeg.
Protesteerde ze? Worstelde ze? Nee, want met een dolk op haar keel gedrukt liet ze dat wel uit haar hoofd.
Jacky volgde, onderging dezelfde ‘behandeling’, waarna ik aan de beurt kwam. En nee, ook ik was niet van plan de held uit te hangen met het mes op mijn strot.
Zou ik ze herkennen als we weer vrij of bevrijd en zij opgepakt waren? Nee. Want waaraan kon dat? Aan de kleur ogen, de vorm van de mond en bij sommigen het haar dat onder het masker vandaan kwam?
Nadat Margreet als laatste aan de beurt was geweest, werden we overeind getrokken. Toen pas zag ik een eindje verderop een kleine vrachtwagen staan, idee veewagen, met zo’n loopplank naar de laadruimte. En daar werden we heen gestuurd en naar binnen gedreven.
Over de lengte van de wanden houten planken, voorzien van riemen? We werden met de ruggen tegen de wand gedrukt, tegenover elkaar. Lisanne en Jacky aan de ene kant, Margreet en ik aan de andere kant.
We werden vastgezet. Een riem om de hals en een brede riem tussen onze benen door, die zich bovenaan splitste en over de schouders ging.
Het leek me dat die riem bij mijn lotgenoten tussen de benen iets ‘aangenamer’ zat dan bij mij.
De vrouwen liepen de laadruimte uit, op eentje na die bij een paneeltje aan de wand bleef staan en daar een knop ingedrukt hield. Waarmee de laadvloer zakte! En wij in ons tuig kwamen te hangen!
De achterklep ging omhoog. Wat restte was een zwak licht dat door langwerpige luchtgaten bovenaan de wanden binnen kwam.
Mijn angst en ongeloof wat er gebeurde, kon ik aflezen in de ogen van de twee meiden die aan de overkant van me hingen.
De wagen zette zich in beweging.

Het eerste stuk hobbelde en bonkte de wagen door het ongetwijfeld oneffen terrein, om pas na een flinke tijd over te gaan in een normaal rijgedrag, waarschijnlijk toen de wielen asfalt onder zich kregen.
Ieder besef van tijd raakte ik kwijt, maar dat we een eind onderweg waren, was me duidelijk.
Eindelijk kwam de wagen tot stilstand. De laadklep ging open, de laadvloer kwam omhoog zodat onze voeten weer vaste grond hadden.
De meiden werden één voor één van een oogmasker voorzien, daarna losgemaakt en de auto uitgeleid. Waarna het enige tijd duurde, voordat ook ik aan de beurt kwam en tussen twee vrouwen in dezelfde weg volgde?

Ik had het idee dat we een huis binnengingen. Een vermoeden dat versterkt werd, toen we een vrij steile stenen trap afgingen. Ik rook de geur van angst bij mezelf.
italy-1237699_960_720We stopten. De mondknevel ging uit, het oogmasker af. De ruimte waar we in stonden was klein. Drie muren van zware stenen en toen de twee vrouwen zich omdraaiden en van me vandaan liepen en ik me ook omkeerde, keek ik tegen dikke horizontaal en verticaal lopende tralies aan en sloten de vrouwen net de toegang.
Nog steeds had geen van de vrouwen vanaf het moment dat ik besefte dat ik op een plank in de rivier lag een woord gezegd.
Ze liepen de gang uit en ik bleef achter, weer met de vertwijfelde en angstige kreet: “Wat gaan jullie doen, wat willen jullie!” Alleen mijn stem kaatste tegen de muren.
En waar waren de anderen? Waren zij ook hier beneden? Ik riep hun namen, maar niets. Ik was hier echt alleen? In een ruimte, een cel waar ook niets was. Ja, een kaal peertje aan het plafond en in één van de hoeken achterin een gat in de grond, waar de stank die daaruit opsteeg, verraadde dat het de plek was om mijn behoefte te doen. En met mijn nog steeds aan de riem geboeide polsen zakte ik radeloos langs een muur omlaag, totdat ik op mijn kont op de grond zat.

Gepubliceerd door

hansbakkerschrijft.com

Ik schrijf vanuit de behoefte om zo nu en dan mijn fantasieën in verhalen om te zetten. Verhalen die erotisch, erotisch getint dan wel bizarre vertellingen zijn. Weet daarbij in elk geval dat ik ernaar streef om in mijn schrijfsels niet te kwetsen en de dingen niet ordinair te verwoorden. Wat voor mij voorop staat is de wens jou leesplezier of –genot te bezorgen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s