Lynns trip

Dit verhaal is een vervolg op een eerdere bijdrage: Voor Lynn, dagboek van mijn road trip (herziende versie).

Een hectische woensdag

Met een gejaagd gevoel sta ik voor de balie van het politiebureau.
“Ik wil graag een rechercheur spreken, mijn collega en goede vriend is tijdens een reis in Noorwegen overvallen en sindsdien is hij vermist.”

De rechercheur die me meeneemt naar een kamertje, hoort mijn verhaal aan. Dat ik gezien had hoe je er op het werk doorheen zat, dat jij uiteindelijk ingestemd had met een vier weken durende road trip door Scandinavië, dat je een dagboek van die trip voor me bij zou houden. En dat ik tot mijn verbazing na zes dagen al jouw dagboek via DHL ontving. Het waarom werd me duidelijk bij het lezen van de laatste passages.
Ik overhandig hem het dagboek, opengeslagen op de laatste pagina en zwijgend leest hij:

Op zich zijn het aardige meiden hoor, maar anders dan Sanne. Gereserveerder. Introverter. En voorzichtig. Want toen het langzaamaan tijd was geworden om onze tenten op te zoeken, kwamen ze met: “Op zich vertrouwen we je wel hoor, maar we vinden het toch een prettiger idee als wij je in je tent mogen vastleggen.” Ja zeg, kom op. Ik gaf hen aan dat ik heus niets van plan was, dat ik een vriendin thuis had … En ik vind ze te jong, als ik er vroeg bij zou zijn geweest, hadden ze mijn dochters kunnen zijn.

Nu is het zover dat we inderdaad willen gaan slapen en ja, om hen een veilig gevoel te geven, ga ik met tegenzin er in mee dat zij mijn bovenlichaam met huishoudfolie omwikkelen.
En hoe het was om de nacht ‘gemummificeerd’ door te brengen? Dat laat ik je morgen weten, maar ik ben eerlijk gezegd wel benieuwd hoe ik dat zal ervaren.

Ik kan aan zijn gezicht zien dat hij bij het andere handschrift is aangekomen, dat van één van die meiden.

We noemen onze namen maar niet, hè Lynn. Maar wat hebben we ons verder geamuseerd met je vriendje. Ach, hij liet zo lief zijn bovenlichaam omwikkelen met de folie, zijn armen langs zijn lijf. Eigenlijk was hij toen al willoos en was het voor ons geen enkel probleem om zijn korte broek en slip uit te trekken en zijn benen ook met folie te omwikkelen.
En weet je wat we toen hebben gedaan, Lynn? We hebben ons toen met hem geamuseerd. Eerst heeft de ene van ons zich laten tongen (ging pas goed na enkele dreigementen en wat zwaaien met een mes), terwijl de andere zijn pik hard zoog en daarna die paal in haar kut liet glijden en daarna deden we het omgekeerd. Zo, supergeil was dat!
Erna hebben we onze tent afgebroken, hebben de boel ingeladen en zijn naar een plaats met een treinstation gereden, waar we de auto hebben achtergelaten.
O, en mocht je hem weerzien, tongen kan hij als de beste hoor en zijn pik is best wel een ferme jongen.

“En u hebt geprobeerd hem te bellen?”, kijkt hij op.
“Ja. Maar ik denk dat de batterij leeg is.”
“Het enige wat ik kan doen is contact opnemen met mijn Noorse collega’s. Heeft u toevallig gegevens over hem of zijn auto…”
“Ja,” onderbreek ik hem, “dit is een redelijk recente foto van hem en dit is het kenteken en het merk van zijn auto.”
De foto was van een paar maanden geleden en genomen op een feestje van de afdeling. En de gegevens over zijn auto had ik gevonden op een foto toen hij mij een keertje naar Schiphol had gebracht en hij mijn bagage net uit de wagen haalde en op een bagagewagentje stapelde.
De rechercheur verlaat het kamertje met het dagboek, de envelop waar dat in heeft gezeten en met de foto’s van hem en die waar de auto op staat.
Het duurt lang voordat hij weer terugkomt.
“Ik heb contact gezocht met een collega in Oslo en hem de betreffende gegevens toegestuurd. Hij laat een opsporingsbericht uitgaan. Zo gauw er iets bekend is, neem ik contact met u op.”
“Dank u. Ik vertrek in ieder geval aan het einde van de middag naar Oslo en ik weet wel dat ik daar weinig tot niets kan doen, maar als hij gevonden wordt, dood of levend – en ik moet slikken bij deze woorden en de tranen branden me achter de ogen – dan wil ik daar zijn.”
“Dat kan ik begrijpen en nogmaals, zo gauw als ik iets weet, hoort u van me.”

Onderweg naar het politiebureau had ik onze cheffin gebeld met het verhaal dat ik net aan de rechercheur uit de doeken had gedaan, alleen dan in een versie zonder het stukje met de folie. Ze was geschokt geweest en zonder tegenwerpingen akkoord gegaan met mijn verzoek om voor onbepaalde tijd naar Noorwegen af te reizen.

Om 16.50 uur maakt vlucht KL 1148 zich los van de gate en kan ik mij na alle hectiek sinds de ontvangst van het pakketje eindelijk echt over geven aan mijn angst dat ik hem misschien nooit weer zal zien, mocht hij niet of te laat worden gevonden. Een gedachte die ik probeer te verdringen door de vraag wat ik ga doen als ik in Oslo ben geland. Als eerste maar een hotel boeken. En daarna, als ik daar eenmaal zit? Ik heb vooralsnog geen idee.
Op mijn laptop zoek ik onder hotels en nog in het vliegtuig boek ik online een kamer voor voorlopig één nacht in het Thon Hotel Terminus aan de Stenersgata 10, een rit van 36,8 kilometer vanaf de luchthaven, zie ik bij de informatie op hun site.

Nadat we zijn geland op Oslo Airport Gardermoen en ik de douane ben gepasseerd, brengt een taxi me ernaar toe. Om acht uur zit ik op mijn hotelkamer.
De teevee staat aan op een Noorse zender, waarvan ik dus niets kan volgen, maar het gaat mij enkel om het geluid en de beelden van mensen; ik wil en kan niet alleen zijn.
Op de laptop open ik via Google maps de kaart van Noorwegen en in een nieuw tabblad het spoorwegennet, waarna ik probeer in te schatten waar hij als laatste bestemming zijn tent kan hebben opgezet. Onbegonnen werk natuurlijk, want het dagboek had daar niet meer over gezegd dan dat hij drie uur noordoostelijk van Kinsarvik vandaan was gestopt om te tanken en een broodje te eten. Daar ook had hij die twee kutmeiden ontmoet. Maar hoelang waren ze daarna nog doorgereden? En in welke richting?
Ik pak een flesje mineraalwater en een chocoladereep van Toblerone uit het mini koelkastje en noteer op het consumptieblaadje wat ik gepakt heb. Het zou verstandiger zijn om naar beneden te gaan en iets te eten in het restaurant, maar ik kan het niet opbrengen.

Om kwart voor tien gaat mijn mobieltje. Het is een onbekend nummer, zie ik op de display. Ik neem de oproep aan.
“Hallo?”
“Lynn? Ben jij het?”
“Hans! Je leeft! Waar ben je! Hoe gaat het met je, hoe…”
“Je hebt het dagboek gekregen,” onderbreekt hij me.
“Ja, en … Hoe ben je ontsnapt? Ben je gevonden? Ben je…”
“Ja, ik ben gevonden en ik ben oké,” onderbreekt hij me weer.
Ineens hoor ik hem huilen.
“Sorry Lynn, de spanning komt er nu pas uit,” snottert hij. “Maar tegelijk ben ik ook zo blij je stem weer te horen.”
“Nou, anders ik wel. En ik kom zo snel als mogelijk naar je toe.”
“Dat zou ik fijn vinden, maar om helemaal naar Noorwegen te komen …”
“Daar ben ik al, ik zit in een hotel in Oslo.”
“Je bent hier al?” klinkt hij stomverwonderd.
“Ja, ik ben voor jou hiernaar toegekomen.”
Aan de andere kant hoor ik hem zachtjes huilen nu.

Na ons gesprek bel ik de rechercheur in Nederland om hem het goede nieuws te vertellen en om hem niet onnodig met werk op te zadelen; ze hebben al genoeg op hun bordje. En ik stuur een uitgebreid berichtje naar onze cheffin. Dat je gevonden bent, dat ik je opzoek en dat ik zeker nog een week in Noorwegen ben. Ondanks het al late tijdstip krijg ik bijna meteen een berichtje retour dat ze dolblij is het goede nieuws te horen en dat ik mijn tijd moet en mag nemen. We hebben een super bazin.

Ons weerzien, donderdag

Een haastige start vanmorgen, waarin ik alles snel, snel deed. Douchen, me opmaken, de spullen in de weekendtas, naar beneden om een taxi te regelen, uit te checken, te ontbijten en tijdig op weg naar het station, om de trein van 08.02 uur te halen die me naar Otta brengt, waar Hans me zal opwachten.

Ik maak het me makkelijk in de 1e klas voor de treinreis van drieënhalf uur. In het eerste uur geniet ik van de overweldigende natuur. Daarna heb ik het wel gezien, de bossen, de rotsen en de meren en gaan mijn gedachten naar Hans. Die ik straks eerst uitgebreid ga knuffelen en daarna plat neuken. En daarna …, gaan we eens praten over samenwonen. Want na gisteren, met de confrontatie in het dagboek wat die meiden met hem hadden gedaan en daarbij het besef hem misschien nooit meer te zullen zien, realiseerde ik dat ik hem niet wilde missen en ja, dat ik meer voor hem voelde dan gedacht. Ik glimlach als ik weet: ik ben verliefd.

De trein heeft het station al verlaten als wij nog steeds innig met de armen om elkaar heen staan. Als ik me steviger tegen hem aandruk, voel ik zijn stijfheid door zijn spijkerbroek heen. Ik glimlach naar hem.
“Dat gaan we ook straks doen.”
“Ja?” klinkt hij verrast.
“Reken maar van yes.”
Hand in hand lopen we het perron af. Aan de zijkant van het bruingele stationsgebouw staat zijn auto!
“Heb je die terug?”
“Er schijnt gisteren een opsporingsbericht uit te zijn gegaan voor mijn auto en voor mij,” kijkt hij me aan.
“Ja. Ik ben gisterochtend in Nederland naar het politiebureau gegaan, na ontvangst van je dagboek en ik heb aangifte van vermissing gedaan.”
We stappen in. Ik huiver bij de gedachte dat één van die meiden op deze stoel heeft gezeten.
“Ik ben gisterochtend door een houtvester gevonden. Hij heeft me naar een ziekenhuis gebracht, waar ze me aan een infuus hebben gelegd omdat ik uitdrogingsverschijnselen had. En in de middag kreeg ik bezoek van een politieagent met de melding dat mijn auto gevonden was en om te horen wat er met me gebeurd was.”
“En nu doen ze een poging om die meiden op te sporen?”
“Nee. Want ik heb geen aangifte gedaan.”
Verrast en verbaasd tegelijk kijk ik hem aan. Hij haalt z’n schouders op.
“Moet je horen, Lynn. Ik heb me in folie laten wikkelen en ja, ik ben daarna seksueel gebruikt of verkracht of wat voor naam je er aan wilt hangen. En het was verdomme nog lekker ook.”
Met een opgetrokken wenkbrauw probeer ik zijn gezicht te lezen.
“Ja, kom op. Twee jonge meiden, een jaar of 18, 19. Misschien begin 20. Die ik moet beffen, die mij neuken.”
“Oké, daar kan ik me nog iets bij voorstellen dat het een wat lastig verhaal is naar de politie, hoewel het natuurlijk wel verkrachting is.”
“Of ze zien het als een kinky spel, omdat ik me heb laten inwikkelen.”
“Ja … Maar wat blijft, is dat ze je hebben achtergelaten en je auto hebben gestolen.”
“Neergezet bij het station, onbeschadigd en met de sleutel er in. En ja, ik ben het met je eens dat over blijft dat ze me hebben laten liggen.”
“En dat vind jij niet voldoende om…”
“Weet je, Lynn. Het is geen moordzaak en ik denk dat ze er daarom niet veel manuren aan kunnen en willen besteden. Ik zou die twee kunnen omschrijven, maar hoeveel meiden lijken vervolgens op die omschrijvingen? Ik weet ook niet waar ze vandaan komen, waar ze van plan waren heen te gaan … Nou ja, weet je, ik vind het best zo. Het had verkeerd af kunnen lopen, ja. Maar ik leef nog en dat ga ik leven.”
“Vieren bedoel je. En dat ga je doen met mij. Want ik ben verliefd op je en ik wil met jou door.”
Hij zet de auto aan de kant.
“Meen je dat?”
“Anders zou ik het niet zeggen.”
“Je maakt me gelukkig, want in die vier dagen hier miste ik je zo.”
“Ik heb ook dat gelezen,” lach ik.
“O ja. En dat met Karin dan ook, sorry.”
“Waarom? Heerlijk toch? En toen gingen we nog niet met elkaar, maar vanaf nu,” grijns ik, “is het alleen nog maar kijken naar en eventueel denken aan, maar verder …” en ik schud mijn wijsvinger heen en weer.
Hij zet de auto weer in beweging.

“Waar gaan we eigenlijk heen? Naar je tent?”
“Nee. Die ligt bij de houtvester en zijn vrouw in hun schuur. Ik ben gisteravond door hen opgevangen, heb er gegeten, geslapen. Aardige, lieve, gastvrije mensen.”
“O, wat super lief.”
“Ja. Maar dat is nog niet alles, Toen ze gisteravond hoorden dat jij deze kant op kwam, boden ze me gelijk aan om met z’n tweetjes een paar dagen in hun vakantiehuisje door te brengen. Om bij te komen.”
Hij kijkt even opzij naar me.
“Tenzij je liever weg wilt van hier, naar huis of naar Bergen of zo.”
“Nee! Heerlijk toch, even weg van alle drukte en de spanningen kwijt raken?”
“Ja, dat was ook mijn idee. We kunnen er tot en met maandagochtend in, daarna komen er nieuwe vakantiegangers in.”
“Prima toch? Pakken we mooi even de komende drie dagen mee.”
“Gelukkig maar dat je enthousiast bent,” lacht hij, ‘want vanmorgen ben ik er met hem wezen kijken en we hebben gelijk voor drie dagen boodschappen ingekocht.”
“Oh! En als ik niet had ingestemd?”
“Dan had je een super locatie gemist.”

En daar was niets aan gelogen. Verrukt kijk ik naar het houten huis dat pal aan een groot meer ligt, omringd door bossen en rotsen. Achter de open staande deuren van een schuurtje zie ik een kano liggen. Of is het een kajak? Ik weet het verschil niet.
“En, mooi?” vraagt hij me, terwijl hij naast me op de veranda over het meer uitkijkt.
“Heel mooi,” reageer ik, terwijl ik naar hem kijk. “En ik ben nu zeer benieuwd naar de rest.”
“Wat bedoel je,” wendt hij zich verbaasd naar me.
“In de trein heb ik mezelf twee beloftes gedaan, waarvan de eerste al is ingevuld. Die was je uitgebreid knuffelen zodra ik je zag …”
“Ja,” glimlacht hij blij bij ongetwijfeld die gedachte daaraan.
“En de tweede was, en die wil ik nu invullen, jou helemaal plat neuken.”
“Ohh.”
“Dus laat om te beginnen me maar eens zien wat je in je broek hebt,” en gelijk maak ik de knoop van zijn spijkerbroek los, trek de rits naar beneden, terwijl ik mijn andere hand zijn slip in laat gaan. Zijn broek zakt op zijn enkels, de slip volgt die weg.
“Stap er uit,” hijg ik, ondertussen mijn jurkje los ritsend en ook dat glijdt naar de vloer.
Als ik mijn beha los wil maken, zegt hij: “Laat mij dat doen.”
“Nee! Later een keer, als we het lief doen. Ik wil je nu wild en onstuimig,” en ik heb de beha al los, uit, gevolgd door mijn slipje.
Tot mijn tevredenheid zie ik dat mijn woorden met die duidelijk hijgerige, geile ondertoon het gewenste effect hebben, zijn pik staat al klaar voor me.
0101“In bed …?” klinkt het onder zijn T-shirt vandaan dat hij over zijn hoofd trekt.
Ik heb het kussen van het tweezits bankje getrokken en op de vloer van de veranda gelegd en lig er net op als hij zich bevrijd heeft van zijn shirt. Ik zie hoe zijn pupillen zich verwijden en tot mijn genoegen hoor ik hem grommen: “Oké dan.”
En het wordt simpel een hartstochtelijke neukbeurt, waarin we beiden binnen de kortste keren een intens orgasme beleven.
Als hij bij is gekomen, doen we het nog eens dunnetjes over, maar nu met passie en aandacht voor elkaars lijf, een ontdekkingstocht langs al die plekjes die voor die leuke en stimulerende effecten zorgen. En die zijn er gelukkig volop, zowel bij hem als bij mij en voor die enkele die hij mist, leid ik zijn handen ernaar toe.

In de jaren dat we met elkaar werken, hebben we al zoveel met elkaar gedeeld dat we feitelijk geen geheimen meer voor elkaar hebben, wat maakt dat we de drie dagen hier genieten van de natuur, van elkaar, van de sauna en dagdromen hoe we de rest van ons leven invullen. En…
“Ik heb jou naar dit land laten gaan, wat bijna verkeerd is afgelopen…”
“Sssst, dat is voorbij en laten we achter ons.”
“Ja. Maar weet je nog wat je over die keuze in je dagboek schreef, op het einde van je eerste dag?”
Hij schudt zijn hoofd. “Nee, dat weet ik echt niet meer.”
“Dat je over me ging dromen en wat anders wilde doen dan lunchen of de kroeg in. Je wilde me voor die keuze billenkoek geven, op mijn blote kont.”
“O ja, er staat me iets van bij. Maar waar doel je daarmee op?” fronst hij verbaasd.
“Wat denk je,” grijns ik.

Ringen op dinsdag

Op maandagochtend nemen we afscheid van Rune Johansen. Met onze vraag wat we voor het huisje moesten betalen, antwoordt hij resoluut: “Nothing at all. You were with me a guest, ready with it.”
Zo superlief.
“We sturen hen vanuit Bergen wel een presentje,” opper ik in de auto, iets waar Hans zich direct in kan vinden.
Inclusief twee stops kost de rit naar Bergen ons negen uur. Prima te overbruggen, omdat we om en om het stuur overnemen.
Onderweg regel ik onze overnachting. Ik boek voor drie nachten de executive suite in het vijf sterren hotel Opus XVI, gelegen in het centrum van Bergen, “want die suite heeft een extra groot tweepersoons bed,” grijns ik.
Dat we ’s avonds uitgebreid benutten. Het is de eerste keer dat ik me anaal door hem laat nemen. Het is iets wat ik zo ontzettend lekker en geil vind. Het kost me geen enkele moeite hem over te halen om me zo ook te nemen. Met de sappen van mijn druipende kut maakt hij mij daar probleemloos toegankelijk.

Als we nadien naast elkaar liggen en ik over zijn borst kroel met een hand, zeg ik hem: “Ik wil morgen graag naar ringen kijken en eigenlijk wil ik speciaal voor ons ontworpen ringen door een zilver- of edelsmid.”
Hij is er gelijk voor te porren, vindt het een superleuk idee van me. Ik pak mijn laptop erbij en ik zoek op het internet of ik voorbeelden kan vinden en kom bij toeval uit bij de I-Ching.  Ook Hans is gelijk enthousiast en we zoeken naar een hexagram dat op ons van toepassing is of kan zijn. Uiteindelijk blijven er twee over.
11. Vrede: Dit is het hexagram van de harmonische samenhang. Er is kwaliteit. Een periode van voorspoed en geluk. De creativiteit wordt buiten ontvangen. Er is een vruchtbare toestand. Acties die je nu onderneemt zullen succesvol zijn, er is samenwerking met anderen en er wordt aan een gezamenlijk doel gewerkt. Dit is een heel positief hexagram.
En 14. Waardigheid: Dit is het hexagram van de waardigheid. Eenheid binnen de relaties, op gelijkwaardig niveau samenwerken. Afstand houden van gemeenheid en laagheid. Kiezen voor het behouden van je eigen waardigheid. Dat gaat leiden tot groot geluk en welvaart. De kosmos gaat zich ermee bemoeien en er komt geluk op je pad doordat je veel geïnvesteerd hebt in het goede.
We besluiten voor 14 te gaan, ik maak een foto van het hexagram en morgen gaan we maar eens kijken of een smid er iets mee kan.

De volgende ochtend gaan we vroeg de stad in en bij de edelsmid Fjonge Helene Larsen in de Nøstegaten vinden we in haar de ontwerpster die ons idee aanhoort en ons vertelt dat ze het zonder meer kan uitvoeren. En ze komt met een suggestie van een zwarte ring, wat bijzonder en exclusief is. Ze laat ons voorbeelden zien en we zijn om.
“Het metaal is zirkonium, waarvan de eigen kleur grijs is,” legt ze ons uit, “maar door een speciaal verhittingsproces wordt het zwart. In de uitvoering zoals jullie die willen, die van het hexagram dus, zal de ring vermoedelijk vijfennegentig millimeter breed worden en het teken zal drie keer rondom in de ring zichtbaar zijn.”
Ze neemt onze ringmaten op en woensdag aan het einde van de middag zijn ze klaar, belooft ze. Hans doet een aanbetaling van tien procent, zijnde 17o euro. Een rib uit ons lijf? Ja. Maar daar hebben we straks iets heel, heel moois voor.
“Zijn we nu een stelletje?” grijnslacht hij naar me als we weer op straat staan.
“Bijna,” lach ook ik, dolgelukkig. “Je moet nog even tot woensdag wachten.”

Gepubliceerd door

hansbakkerschrijft.com

Ik schrijf vanuit de behoefte om zo nu en dan mijn fantasieën in verhalen om te zetten. Verhalen die erotisch, erotisch getint dan wel bizarre vertellingen zijn. Weet daarbij in elk geval dat ik ernaar streef om in mijn schrijfsels niet te kwetsen en de dingen niet ordinair te verwoorden. Wat voor mij voorop staat is de wens jou leesplezier of –genot te bezorgen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s