Weg van de wereld, zo leek het en we voelden ons er zeer happy bij. Heuvels met bossen, rotspartijen, prachtige vergezichten en ergens aan het einde van de ochtend een boerderijtje. Dat was het laatste wat we waren tegengekomen aan bewoning. En aan mensen.
Totdat we het tijd vonden om ons tentje op te zetten in een bos waar geen einde aan leek te komen.
“Hé, moet je horen,” zei mijn vriendin, daarbij een wijsvinger omhoog stekend. “Water?”
Ik knikte, hoorde het ook.
“Dan moet het vanachter dat heuvelruggetje vandaan komen,” sprak ik mijn vermoeden uit.
Het kostte ons toch nog enige moeite, omdat het laatste stukje steiler omhoog ging dan verwacht, maar onze moeite werd beloond met zicht op het snel stromend water van een riviertje, plus aan de oevers enkele open plekken die ideaal waren om ons tentje neer te zetten. Lees verder Nooit vermist, 1